15 Groene leefomgeving
 >  Veilig werken bij pestbosjes
Introductie

Deze toolbox gaat over veilig werken in of nabij pestbosjes. Een pestbosje is een klein, met bomen begroeid stuk land, met daaromheen een ringsloot. Hier werden vroeger dieren begraven die aan een besmettelijke ziekte waren bezweken. Een pestbosje ligt vaak op grotere afstand van de boerderij. De ringsloot eromheen diende om het gezonde vee op afstand te houden. Veel pestbosjes zijn cultuurhistorische landschapselementen en komen nog steeds voor in Nederland. 

Een specifiek risico bij pestbosjes is de mogelijke aanwezigheid van resten van ziekteverwekkers in de bodem. Op sommige locaties kunnen nog sporen van de miltvuurbacterie (Bacillus anthracis, ook wel antrax genoemd) aanwezig zijn. Dit komt vooral voor op plekken waar vroeger besmet vee is begraven. Een waarschuwingsteken zijn witte kalkplekken of ‘witte kuilen’ in de grond — dat duidt vaak op het gebruik van ongebluste kalk bij het begraven of ontsmetten.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Besmetting kan plaatsvinden door stofontwikkeling bij verstoorde grond (inademen), direct (huid)contact met bodem of kadavers, besmetting van schoeisel of kleding, verplaatsing van grond naar onbeveiligde zones. 

Wat is miltvuur (antrax)

Miltvuur (ook wel antrax genoemd), is een ernstige infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Bacillus anthracis. De ziekte komt voor bij dieren, vooral bij herbivoren, en kan via contact met besmette dieren of dierlijke producten overgedragen worden op mensen. Er zijn drie vormen: huid-, long- en maag-darmklachten, die elk verschillende symptomen geven, en de ziekte kan dodelijk zijn, vooral de vorm die via inhalatie wordt opgelopen.

Vormen bij mensen en symptomen:

Huid-antrax: Dit is de meest voorkomende vorm. Symptomen: Een pijnloze jeukende zweer met een zwarte korst, vaak met plaatselijke zwellingen van de lymfeklieren.

Long-antrax: Wordt opgelopen door het inademen van sporen. Symptomen: In eerste instantie lijkt het op een lichte luchtweginfectie, maar het kan snel overgaan in ernstige kortademigheid, shock en overlijden.

Maag-darm-antrax: Wordt opgelopen door binnenkrijgen van sporen door onhygiënisch werken (of bijvoorbeeld door het eten van besmet vlees). Symptomen: Ernstige buikklachten, braken en bloederige diarree.

In alle gevallen is een snelle behandeling met antibiotica cruciaal.

Belangrijke feiten

  • Miltvuur kan worden overgedragen tussen dieren en mensen;
  • Er is geen bewijs voor mens-op-mens overdracht;
  • Het is een aangifteplichtige ziekte in Nederland.
Maatregelen > Wat moet je doen?

De beheersmaatregelen zijn erop gericht om blootstelling en besmetting te voorkomen.

1. Voorafgaand aan werkzaamheden

  • Verifieer of de locatie als pestbosje (of mogelijk pestbosje) is geïnventariseerd: kijk naar oude kaarten, aanwijzingen zoals een sloot of ringgracht, “witte plekken” in de bodem (ongebluste kalk) of een klein eilandje bos/struik midden weiland.
  • Stel vast of de geplande werkzaamheden grondverstoring inhouden (graafwerk, slootverlegging, fundering, etc.). Ook bij werkzaamheden aan de rand geldt nog steeds: minimaliseer het verstoren van de bodem.
  • Bespreek met de opdrachtgever of een bodemonderzoek wenselijk is, zeker als uit kaartmateriaal of historische bronnen blijkt dat begravingen dichtbij rand zijn.

2. Tijdens de werkzaamheden

  • Werk met minimale verstoring van de bodem: niet onnodig graven of omwoelen in het gebied. Werk indien mogelijk boven de zone die begraven is.
  • Voorkom stofvorming, maak eventueel de grond nat; 
  • Gebruik Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM):
    • Handschoenen (chemisch/biologisch resistent)
    • Beschermende kleding (herbruikbaar of wegwerp – goed schoonhouden)
    • Veiligheidsschoenen of laarzen
    • Bij stof- of aerosol risico: ademhalingsbescherming (bijv. P3-filter)
  • Zorg dat gereedschap en materialen na gebruik goed gereinigd/gedesinfecteerd worden (met name schoppen, bakken, laarzen). Verplaats geen grond naar andere zones zonder de juiste behandeling.
  • Beperk toegang: markeer het werkgebied en zorg dat geen personen die geen directe werkzaamheden uitvoeren (collega’s, omwonenden) buiten de directe zone blijven waar mogelijk bodemverstoring plaatsvindt.
  • Zorg dat tijdens het werk iemand verantwoordelijk is voor toezicht op naleving van maatregelen (DLP)

3. Na de werkzaamheden

  • Houd een logboek bij: locatie, datum, wie  heeft gewerkt, welke PBM zijn gebruikt, welke maatregelen genomen. Dit kan belangrijk zijn in geval van latere vragen of follow-up monitoring.
  • Meld eventuele verdachte situaties onmiddellijk: bijvoorbeeld blootgelegde “witte kuil”, zichtbare beenderresten, onverwachte geur of materiaal. Neem dan contact op met gemeentelijke GGD, bodemdienst of relevante instantie voor verdere beoordeling.
  • Bewaar de het VGM- plan, inclusief logboek en instructies voor personeelsleden die de werkzaamheden hebben uitgevoerd.

4. Specifieke richtlijnen bij vermoeden van antrax (miltvuur)-sporen

  • Als er sterke aanwijzingen zijn voor aanwezigheid van sporen (bv. historische begravingen, witte kalkplekken, beenderresten) stop dan de werkzaamheden, licht het bevoegd gezag in.
  • Afhankelijk van de situatie moeten nadere maatregelen worden bepaald door een veiligheidskundige en/of arbeidshygiënist.
Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Wist jij van het bestaan van pestbosjes?
  2. Kende je de risico's van pestbosjes?
  3. Voel je je veilig genoeg om de werkzaamheden uit te voeren?

Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.