Een opgeruimde bouwplaats en schone werkvoertuigen zijn geen luxe, maar een vereiste voor veilig, efficiënt en prettig werken. Rommel, losse materialen en slecht onderhouden voertuigen kunnen leiden tot ongelukken, schade, tijdverlies en frustratie. Orde en netheid zijn daarom een onderdeel van professioneel vakmanschap.

Doel van deze toolbox:
Bewustwording creëren over het belang van een opgeruimde werkplek en voertuig, de risico's benoemen en samen nadenken over praktische verbeteringen.

Een rommelige werkplek kan leiden tot:

• Struikelen, uitglijden of vallen over losliggend materiaal, gereedschap of afval.
• Letsel door niet-afgeschermde scherpe voorwerpen of uitstekende delen.
• Brandgevaar door ophoping van brandbare materialen.
• Slecht bereikbare nooduitgangen of geblokkeerde vluchtroutes.
• Moeilijker werken met machines of hijsmiddelen door belemmerde bewegingsruimte.
• Verlies of beschadiging van gereedschap en materialen.
• Tijdverlies door zoeken naar spullen of herorganiseren.
• Slechte indruk bij klanten en derden zoals opdrachtgevers of inspecteurs.

Ook in voertuigen kan rommel leiden tot:

• Verkeersonveilige situaties, bijvoorbeeld door losliggend materiaal in de cabine of laadruimte.
• Slechte hygiëne en oncomfortabel gebruik bij poolvoertuigen.
• Onnodige slijtage of schade aan gereedschappen of materiaal.

Op de bouwplaats:

• Ruim na elke werkdag de werkplek op.
• Gebruik afvalcontainers en verzamelplaatsen voor materiaal.
• Zorg voor vaste plekken voor gereedschap en materieel.
• Werk volgens de 5S-methode (Sorteren, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren, Standhouden).
• Maak afspraken in het team over wie waarvoor verantwoordelijk is.
• Voorkom losliggende kabels of slangen – werk met kabelgoten of ophanghaken.
• Houd vluchtroutes, looppaden en werkzones vrij.

In voertuigen:

• Houd de cabine en laadruimte schoon en overzichtelijk.
• Bevestig los gereedschap of materiaal goed om schuiven te voorkomen.
• Gooi afval (zoals lege flesjes, verpakkingen) direct weg.
• Controleer wekelijks de staat van het voertuiginterieur.
• Laat voertuigen schoon achter voor de volgende gebruiker.

Ga met elkaar in gesprek over de volgende stellingen:

1. Iedereen moet zijn eigen rommel opruimen – dat hoort bij goed vakmanschap.
2. Een beetje chaos is geen probleem als je weet waar alles ligt.
3. Orde en netheid hebben niets met veiligheid te maken, het gaat om goed werken.
   
4. Het schoonhouden van voertuigen is zonde van de tijd – die heb je wel beter te besteden.
5. We hebben duidelijke afspraken over opruimen, maar niemand houdt zich eraan.