13 Bijzondere omstandigheden
 >  Werken in de mist
Introductie

Mist zorgt voor beperkt zicht, waardoor weggebruikers en medewerkers situaties later herkennen. Dit vergroot de kans op incidenten tijdens het opbouwen, beheren en verwijderen van tijdelijke verkeersmaatregelen. In deze toolbox bespreken we de risico’s, de benodigde maatregelen en wat we van elkaar mogen verwachten bij mist.

Risico's > Wat kan er gebeuren?
  • Aanrijdingen door slecht zicht: Weggebruikers zien pijlwagens, borden en personeel te laat. Remmen verloopt vaak abrupt, wat kan leiden tot ongevallen.
  • Fouten in de uitvoering: Door het slechte zicht kunnen afstanden verkeerd worden ingeschat en kunnen borden of tapers verkeerd worden geplaatst.
  • Gevaren voor verkeersregelaars: Weggebruikers zien aanwijzingen of handgebaren slecht. Handmatige acties op of nabij de rijbaan worden daardoor onveilig.
  • Onveilige voertuigbewegingen: Langzaam rijdende werkvoertuigen worden laat opgemerkt. Dit vergroot het risico op kop-staartbotsingen.
  • Plotselinge verslechtering van omstandigheden: Mist kan snel dikker worden. Binnen minuten kan een veilige situatie omslaan in een gevaarlijke.
Maatregelen > Wat moet je doen?

A. Gebruik stopcriteria

  • 🔴 Zicht minder dan 50 meter: werkzaamheden stoppen, iedereen naar een veilige zone.
  • 🟠 Zicht tussen 50 en 150 meter: werk mag doorgaan, maar alleen met extra maatregelen.
  • 🟢 Zicht meer dan 150 meter: normale werkwijze, maar zicht wordt continu bewaakt.

B. Extra maatregelen bij zicht 50–150 meter

Voorbereiding

  • Voer een LMRA uit.
  • Controleren of alle verlichting werkt op pijlwagens, botsabsorbers en servicevoertuigen. 
  • Iedereen draagt HV-kleding klasse 3.

Inrichting van de werkzone

  • Bufferzones vergroten waar mogelijk.
  • Een extra voorwaarschuwingswagen inzetten. 
  • Eerst de beveiliging neerzetten, daarna pas de rest van de afzetting. 
  • Loopbewegingen beperken.

Werkwijze

  • Geen handmatige acties op de rijbaan zonder pijlwagen. 
  • Verkeersregelaars gebruiken alleen veilige opstelplaatsen.
  • Verkeer indien nodig vertragen in overleg met de wegbeheerder.
  • Portofooncommunicatie verplicht.

C. Afbouw van verkeersmaatregelen

  • Afbouw start niet wanneer het zicht minder is dan 75–100 meter. 
  • Afbouwen gebeurt van achter naar voren, in de richting van het verkeer. 
  • Altijd een extra pijlwagen inzetten. 
  • Stoppen wanneer de mist dichter wordt.
Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. ​​​​​​Hoe herkennen we dat de mist te dicht wordt om veilig te werken?
  2. Wie mag de werkzaamheden stoppen – en hoe spreken we dat af?
  3. Wat doen we als het zicht plotseling verslechtert tijdens opbouw of afbouw?
  4. Welke situaties hebben jullie meegemaakt waarbij mist voor gevaarlijke momenten zorgde?
  5. Welke extra maatregelen kunnen wij als team nemen op onze standaard werkplekken?
Tips > Aandachtspunten
  • Gebruik je zintuigen: als jij het werkvak of collega’s moeilijk ziet, zien weggebruikers jou nog slechter.
  • Houd altijd extra afstand – zowel tussen voertuigen als tot de werkzone.
  • Controleer verlichting en HV-kleding vóór elke inzet, niet pas ter plaatse.
  • Werk langzamer maar nauwkeuriger; planning is nooit belangrijker dan veiligheid.
  • Bij twijfel over zicht of veiligheid: ALTJD STOPPEN en situatie opnieuw beoordelen.

Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.